Jac&Jordi
Kappen Met Klagen #53
Zegeningen Tellen
Iedereen klaagt wel eens. Wij ook. Dat is normaal. Zelfs goddelijke figuren moeten wel eens geklaagd hebben. Buddha zal ook wel eens gevloekt hebben als hij op moest staan na z'n ochtendmeditatie, en z'n dikke buik zat weer eens in de weg. Mohammed zal ongetwijfeld wel eens gedacht hebben dat alles flink tegen zat als hij wéér naar die berg toe moest, omdat die stomme berg maar weigerde naar hem toe te komen. En gegarandeerd dat Jezus wat heeft af geklaagd daar in z'n laatste momenten aan het kruis met een paar roestige spijkers door z'n handpalmen gejensd. Maar goed, wij klagen momenteel ook met enige regelmaat, en dan vooral omdat we elke dag om vijf uur (en vandaag om half vijf) ons bed uit moeten om lange lege dagen in een fabriekshal te slijten. Maar dat slaat nergens op, want we hebben een baan die de rekeningen -een paar in ieder geval- betaalt. We kunnen werken, en dat kunnen veel mensen niet zeggen, en we hebben de vrijheid van keuze om dat wel of niet te doen. Deze job is ons ook nog eens gegund, en alleen dat feit al is een zegen. En die tellen momenteel dubbel wanneer we zo links en rechts om ons heen kijken.
Het Kan Ook Anders
Het kan namelijk ook allemaal heel anders zijn. Je kunt in Beiroet wonen. Je kunt een stukje aan het fietsen zijn in Polen, en Dylan Groenewegen wil er langs. Je kunt getrouwd zijn met een Spaanse koning. Of met welke koning dan ook. Je kunt met het openbaar vervoer naar je werk moeten, en elke dag zo'n dom mondkapje op moeten. Je kunt bij Macdonald's eten en zo'n stom mondkapje in je happy meal vinden. Je kunt net als schoonzus Kiki al maanden in een ziekenhuis liggen, terwijl je nauwelijks nog zelf kunt bewegen. Er is zoveel mogelijk, en dat is nu juist wat het allemaal zo de moeite waard maakt. Jammer alleen dat niet iedereen dat inziet.

En Het Wordt Ook Anders
Wat ons altijd op de been houdt, is het vooruitzicht dat er iets gloort aan de horizon. Wij hebben onze tocht naar Santiago De Compostela in maart volgend jaar als stip. Maar die stip hebben we er wel zelf gezet. Het is onze stip, en het is onze horizon. We zitten nu midden in de afhandelingen van de rokende resten van ons horecabedrijf in ruste, en we staan dagelijks -met zo'n stom mondkapje- in de fabriek te werken. Maar dat is allemaal peanuts vergeleken bij wat we hierboven even kort benoemden. Sterker nog, we zijn blij dat we alles mee maken zoals we doen. We hebben het immers zelf in de hand. Ook wat we niet in de hand hebben, maar dat is omdat we één en ander niet zo handig hebben aangepakt. Het idee dat er weer wat nieuws aankomt, en er eigenlijk al is want onze huidige situatie is gewoon de aanloop, is wat ons elke dag weer kietelt. En het besef dat het slechter kan. Dat zou voor meer mensen een reden moeten zijn om wat meer te lachen, en op zoek te gaan naar situaties die je laten lachen. Wij lachen er om. Want wij zien die stip aan de horizon elke dag wat groter worden. En ik weet zeker dat ik Jac net even zag grinniken toen ze richting lopende band liep. En zeker weten dat we straks ergens onderweg naar Santiago De Compostela nog een paar keer hard zullen lachen wanneer we terug kijken. En om ons heen. En vooruit.
Jac&Jordi